Hoe werden de Artisdieren in oorlogstijd gevoerd?
De energieke en inventieve Artisdirecteur Sunier weet met veel overredingskracht van de bezetter een
forse toewijzing los te peuteren voor de benodigde hoeveelheden hooi, stro en een
redelijk assortiment vis, vlees, groente, fruit en zaden. De dieren en mensen in
Artis hoeven nu geen hongerdood te sterven. Er zijn zelfs sigaretten: boven de
leeuwen zitten twee zoons van tabakswinkelier Swaan ondergedoken. En er is
meer: dierenarts Folmer opereert een mannelijke orang-oetan aan een kaakabces
en verdooft het dier met een allesverlammende dosis cognac.
Toch wordt de voedselvoorziening steeds meer een bron van zorg. Tot december
1944, het begin van de Hongerwinter, lukt het met grote inzet en vindingrijkheid
om de voedselvoorziening redelijk op niveau te houden, al worden de rantsoenen
kleiner en moet er soms op alternatief voedsel worden overgestapt. Zo krijgen de
zeeleeuwen zoetwatervis te eten omdat de Duitsers verbieden op zee te vissen.
Grote roofdieren als leeuwen en tijgers krijgen na de zomer van 1943 soms stokvis
voorgezet. In de loop van de oorlog koopt Artis in toenemende mate partijen
afgekeurd vlees bij abattoirs in de wijde omgeving van Amsterdam.
De autoriteiten zijn zeer coöperatief. Artis krijgt voedsel via de Sectie Bijzondere
Diergroepen van het Rijksbureau voor Voedselvoorziening in Oorlogstijd.
Ook krijgt Artis grote hoeveelheden oud brood en andere voedselresten
uit de keukens van de Duitse Kriegsmarine, die gevestigd is op het vlakbij
gelegen Marine Etablissement. De voedselvoorziening voor de hoefdieren is
aanmerkelijk eenvoudiger te regelen dan die voor de roofdieren, de vogels
en de apen. Koetsier Veldhuis voert voor hen per paard en wagen hooi aan
uit de omliggende polders en vooral van de Oosterbegraafplaats. Die heeft
voldoende takken en vers gemaaid gras voorradig. Artis heeft twee koeien: ze
zorgen voor melk om voor enkele vogelsoorten, apen en kleine zoogdieren een
zogenaamde ‘stremming’ te maken. Dit is een mengsel van melk en diverse
voedselingrediënten voor dieren met speciale voedingseisen.
Hoewel het net lukt om de dieren in leven te houden, is de nood hoog. Met
een aanvulling van in de tuin gevangen eenden en duiven, een stuk afgekeurd,
maar wel door en door gekookt vlees en als grootste traktatie restanten rijst met
stroop van ingekookte suikerbieten, gaat het net. Overigens zijn suikerbieten
in ongekookte toestand gevaarlijk: goed bedoelde voederpogingen met stukjes
suikerbiet van bezoekers kosten enkele dieren het leven. Ook een bewaker van
het Bevolkingsregister overleeft een te overvloedige maaltijd van rauwe suikerbieten
niet. Ten slotte worden de graanzolders aangeveegd: de resten van de
voor de oorlog aangelegde enorme voorraden graan, zonnebloempitten, millet,
hennep en pinda’s dienen nu om brood van te bakken. Niemand klaagt over
de meegebakken rattenkeutels, zo langzamerhand een substantieel deel van de
grondstoffen. Maar dan zijn we al in de Hongerwinter aangeland.